zondag 18 oktober 2009

Democratie en de Rechtstaat

Het blijft me opvallen dat vaagheid daarom geen eigenschap hoeft te zijn van zeldzaam gehanteerde begrippen, maar eveneens van zogenaamd 'vanzelfsprekende' begrippen.
In een blog trachten een definitie te geven van Democratie en Rechtstaat is uiteraard een ijdel voornemen. Wél lijkt het nuttig aan te geven dat dit twee onderscheiden begrippen zijn, die niet noodzakelijkerwijze uit elkaar voortvloeien.
Wanneer een maatschappij alle beslissingen en betwistingen met televoting gaat oplossen, dan heb je duidelijk een doorgedreven Democratie, maar geen Rechtstaat.
Wanneer een verlichte despoot zich ertoe verplicht conflicten enkel op te lossen aan de hand van reeds schriftelijk uitgedrukte en gepubliceerde regels en dit door een onafhankelijk rechtsprekend orgaan, dan heb je een Rechtstaat, maar geen democratie.
In onze landen is gekozen voor een staatsinrichting die op beide pijlers rust.
Dit houdt een onderlinge spanning in, nu een Rechtstaat impliceert dat regels gekristalliseerd worden als ze worden vastgelegd en gepubliceerd. De volksvertegenwoordiging en overheid geeft ze dan uit handen.
Een onafhankelijke rechterlijke macht wordt afgeschermd van het politieke melée, onder meer door een levenslange benoeming en wordt niet verkozen. Dit is een duidelijke correctie op de democratische dynamiek.
Wil men een maatschappij die gesteund is op beide grondvesten, dan is het de uitdaging dat juiste evenwicht te vinden .
Valkuil kan zijn dat, door één van beide pijlers exclusieve aandacht te geven, de andere pijler wordt afgebroken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten