vrijdag 12 november 2010

Assissen en de waarheid

Is een Assissenrechtspraak een garantie tegen gerechtelijke dwalingen?
Kan zijn, wanneer zij de regels van de Assissenrechtspraak niet volgden!
Volgden ze die wel, dan kan er van een gerechtelijke dwaling moeilijk sprake zijn.
Dit hangt natuurlijk af wat je onder 'dwaling' verstaat, uiteraard.
Is de uitspraak van de Assissenrechtspraak noodzakelijkerwijze de weergave van wat écht gebeurde?
Hopelijk wel, maar spijkerharde garanties zijn er niet.
Ze waren er niet bij toen het gebeurde!
Als je natuurlijk gaat eisen dat je alleen maar iemand moogt veroordelen als je hem of haar op heterdaad kunt betrappen, dan is dat goed nieuws voor moordenaars en slecht nieuws voor de nabestaanden.
Je mag anderzijds uiteraard niet op een enkel intuïtief aanvoelen iemand ter dood veroordelen of levenslang gaan opsluiten.
Met welke zekerheid moet je het dan doen?
Over eeuwen heen is hierin een praktijk gegroeid, in een belangrijke mate neergeschreven in bewijsregels waarin telkens gezocht wordt naar een evenwicht tussen wapens tegen uitgekiende misdadigers en garanties voor onschuldigen.
Maar finaal dienen de feiten zelf gewogen te worden naar hun realiteitswaarde en hun gewicht.
Dit is noodzakelijkerwijze een menselijke inschatting los van elke juridisch-technische expertise.
Als je weet dat hiervoor geen rationele en objectieve mechanismen bestaan lijkt onze maatschappelijke keuze voor intersubjectiviteit een plausibele oplossing. Neem een willekeurig en toch representatief staal van burgers en laat hen samen maar toch telkens vanuit hun individuele context onbevooroordeeld en enkel aan de hand van hun intiem geweten oordelen.
Is dit een garantie voor een foutloze oplossing?
Het is minstens een goed verdedigbare optie tot maximale foutreductie.
Is het oordeel door professionele magistraten te verkiezen?
Op het vlak van de correcte toepassing van de neergeschreven bewijsregels is dat onbetwistbaar het geval. Maar als geen bijzondere bewijsregels voorliggen gaat het enkel en alleen over menselijke inschatting en daarvoor biedt de professionele magistraat geen noodzakelijke meerwaarde.
Misschien is hij of zij beter bestand tegen externe beïnvloeding, zoals tegenwoordig zo massaal gebeurt door de media. Betere oplossing kan zijn de jury tegen deze externe invloeden te beschermen.
Hoe dan ook biedt de juryrechtspraak geen staalharde garanties tegen foute beoordelingen.

Is dan elke navolgende publieke kritiek tegen deze uitspraken volstrekt gewettigd?
Probleem is dan wel op grond van welke legitimiteit die kritiek wordt geformuleerd!
Het volstaat alleszins niet naar de onmogelijkheid tot absolute waarheidsvinding te verwijzen.
Minimaal moet een legitimatie aangetoond worden die deze van de jury overstijgt.
Als men niet het ganse dossier kent, alle debatten heeft gevolgd, het oordeel niet kan steunen op een gelijkwaardige intersubjectiviteit dan past het veeleer zich naar Witgenstein's raad te schikken: “Worüber man nicht reden kann, darüber soll man schweigen!”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten